Wat oogsten en eten we deze zomer? We gaan langs bij bijzondere boerderijen, kijken wat er nu van het land komt en vragen een chef hoe we het lekker kunnen bereiden. Deze week Het Aardbeienterras in Rijsbergen.
Zoran Bogdanovic 27-08-20, 17:47, Algemeen Dagblad
‘Je mag de aardbei helemaal ronddraaien.’’ De 6-jarige Thiana Hooning luistert aandachtig naar Thijs Bastiaansen (13). De twee staan aan het begin van de met folie bedekte kas, waar tientallen bakken aardbeienplanten naast elkaar staan uitgestald. ,,Is die mooi rood? Dan mag je ‘m afknippen! En dan door tot je bakje vol is!’’
Vader Edward Bastiaansen (48) kijkt met een glimlach toe. De aardbeienteelt wordt in de familie Bastiaansen van generatie op generatie doorgegeven. ,,Al voor de oorlog, mijn opa deed het ook.’’ Maar zoals de naam suggereert, kunnen bezoekers bij Het Aardbeienterras ook terecht voor een drankje of een hapje.
Het terras ruikt naar zonnebrandolie. Meisjes serveren koffie met een aardbei aan de bezoekers, van wie de kinderen in de grote speeltuin dartelen. Naast het grasveld met kabelbaan, schommels en picknicktafels staat een omheind deel waar schapen, kippen en geiten lopen. De schuur is omgetoverd tot winkel met een groot aanbod aan aardbeienproducten: van jam en chocola tot likeur.
Hoe dit allemaal tot stand is gekomen, vragen we Bastiaansen op het terras. Hij heeft een lichte blouse aan, om zijn middel een walkietalkie. ,,We zitten hier naast natuurgebied de Pannenhoef, waar veel wandelaars en fietsers komen. Vroeger kwamen ze hier op het erf om te vragen of ze mochten kijken naar de aardbeienteelt, want daar staat het gebied om bekend. Mijn vader liet ze dan even kijken en vaak kochten ze een bakje aardbeien.’’
Hij wijst naar de schuur. ,,Hier stond dan een bankje en de aardbeien werden daar opgegeten als het lekker weer was. ‘Een bakje koffie erbij zou lekker zijn’, zeiden bezoekers vaak. Zo is in 1998 het idee geboren een terras te beginnen.’’
In de eerste jaren moest Bastiaansen dikwijls bezoekers uit de kassen halen die zonder toestemming aardbeien plukten. ,,Tsja, die dingen hangen er en zien er natuurlijk lekker uit. Dus dacht ik: als mensen dat zo leuk vinden, dan gaan we het regelen! Het is allemaal heel natuurlijk gegaan.’’
Knippen, niet plukken
Niet overdreven veel water geven, zodat de vruchten niet opzwellen. Dat gaat ten koste van de smaak.
We lopen terug naar de kassen, waar zoontje Thijs inmiddels andere kinderen helpt om hun aardbeienplukdiploma te behalen. Hierna mogen ze zichzelf ‘Super Aardbei Plukker’ noemen. ,,Maar eigenlijk plukken we hier niet, we knippen de vrucht’’, legt vader Bastiaansen uit. ,,Om de steel niet te beschadigen.’’
Een voor een worden de bakjes gevuld met dieprode aardbeien, die bij een proefbeurt net zo zoet smaken als hun kleur verraadt. Groot zijn ze niet, maar dat komt volgens Bastiaansen door de milieubewuste manier waarop ze verbouwd worden. ,,Niet overdreven veel water geven, zodat de vruchten niet opzwellen. Als ik dat wel deed, kon ik meer kilo’s verkopen. Maar dat gaat ten koste van de smaak.’’
Het ongedierte wordt niet bestreden met gif, maar valt ten prooi aan andere beestjes die hij uitzet. ,,Een lieveheersbeestje eet bijvoorbeeld luizen. En als het die beestjes niet lukt, vangen we ongedierte met vangplaatjes. Ook gebruiken we zo min mogelijk kunstmest.’’
Drukker door corona
Zweetdruppels glijden van zijn voorhoofd. De buitentemperatuur is 32 graden, maar uit de kas komt een hete lucht die doet denken aan een sauna. ,,Eigenlijk is het een beetje te warm om hier te zijn’’, zegt hij met een lach. Hij zet een stap achteruit. ,,Mensen gaan eerder naar de zee of het zwembad.’’
Die luxe kan Bastiaansen zich nu niet veroorloven. Het aardbeienseizoen loopt van april tot november. In zes maanden moet hij het geld verdienen voor het hele jaar. Dat betekent dat hij om zes uur ‘s morgens al in de kas staat en tot negen uur ‘s avonds uur doorwerkt.
,,Tot 1 juli moesten we dicht blijven, we zijn tenslotte horeca. Dat was even een tik. Gelukkig is het de afgelopen tijd drukker dan in de voorgaande jaren. Je ziet dat mensen in coronatijd meer daguitstapjes doen.’’
De walkietalkie kraakt. Bastiaansen wordt geroepen om te helpen in de winkel. Voor hij zijn werk voortzet, heeft hij nog een cadeautje: zes dozen aardbeien. Op naar de chef-kok.