Zoran Bogdanović

Journalist

Het einde van de kolencentrale

De laatste rookpluim

Kolencentrale Hemweg-8 heeft de deuren gesloten. Maar als Nederland dit jaar zijn CO2-doelstellingen wil halen, moet er nog veel meer gebeuren. Wachten we tot kolencentrales steeds onrendabeler worden of investeren we in onmiddellijke sluiting? En zijn er voldoende alternatieven?

Zoran Bogdanović

8 januari 2020 – verschenen in nr. 1-2

‘We willen niet dat Amsterdam plots in het donker komt te zitten’, zegt projectmanager Ruud van der Star in een vergaderkamer van kolencentrale Hemweg-8. Het is 23 december en de installatie die hij de afgelopen 23 jaar heeft onderhouden verbrandt steeds minder kolen. De transportband die de kolen naar de centrale vervoert, staat al een tijdje stil. De schoorsteen blaast voor het laatst witte rookwolken de lucht in.

Nog één keer verwisselt Van der Star dit jaar zijn nette overall en blauwwitte overhemd voor de paarsgele overall van Nuon, en stapt naar buiten. Over vijf minuten blaast de Hemweg zijn laatste rook uit en na een muisklik in de controlekamer zal de centrale voorgoed stilvallen. Op verzoek van de aanwezige filmploeg staat ook directeur Ruud Snelderwaard buiten. Samen turen we naar de rookpluim: steeds kleiner en kleiner, tot hij verdwijnt.

‘Succes met de sloop, kerel’, zegt directeur Snelderwaard. De mannen geven elkaar een hand. Van der Star stapt weg van de camera, in zijn ogen een vochtige glans. ‘Slopen klinkt zo grof. Je neemt afscheid van iets dat het heel goed doet. De afgelopen zes maanden draaiden we zonder storingen.’ Hij zal de komende maanden met zijn team aan de slag gaan met scheppen en luchtblazers- en zuigers om as en andere reststoffen op te ruimen. Voor 2024 wordt de installatie leeggehaald en de centrale met de grond gelijkgemaakt. ‘Het gaat niet makkelijk zijn, maar je wil toch je kinderen en kleinkinderen een toekomst gunnen.’

De sluiting komt een paar dagen na de uitspraak van de Hoge Raad, die Stichting Urgenda gelijk gaf: Nederland moet dit jaar een kwart minder CO2 uitstoten ten opzichte van 1990. Daarom nam minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes (VVD) vorig jaar het besluit om de centrale te sluiten. Maar dit is lang niet genoeg om de doelen te halen: de sluiting van de Hemweg scheelt 1,9 miljoen ton CO2, terwijl een reductie van negen miljoen ton nodig is. Het halen van de Urgenda-doelstellingen kan alleen maar door nog meer kolencentrales te sluiten, zelfs centrales die slechts een paar jaar oud zijn.

Kolen zijn in rap tempo de brandstof van het verleden geworden. Door stijgende kolen- en CO2-emissieprijzen draaien kolengestookte elektriciteitscentrales in totaal 6,6 miljard euro verlies, becijferde de Britse denktank Think Carbon. Hernieuwbare energie wordt daarentegen steeds goedkoper en dat leidt wereldwijd tot het sluiten van kolencentrales.

Wereldwijd zakt het gebruik van kolen dit jaar met drie procent, blijkt uit cijfers van analysebureau Carbonbrief. Het is een trendbreuk die in decennia niet is voorgekomen. De helft van de veertig grootste banken ter wereld heeft besloten niet meer in kolen te investeren, tegelijk met twintig grote verzekeraars.

China heeft weliswaar nog veel bouwplannen voor kolencentrales klaarliggen, maar tegelijkertijd staan de al bestaande kolencentrales de helft van de tijd uit. In India – de tweede grootste investeerder in kolen – zakt het gebruik van kolen dit jaar voor het eerst in drie decennia. In de Verenigde Staten sloten dit jaar twee van de zes grootste kolencentrales. Zonder regeringssteun zouden dat er nog meer zijn en eenzelfde scenario gaat op voor Europese landen, die ook kijken naar mogelijkheden om de onrendabele en vervuilende centrales vervroegd te sluiten. Afgelopen november zette Griekenland een eerste stap: zijn drie kolenmijnen gaan in 2023 dicht, vijf jaar eerder dan verwacht.

Minister Wiebes staat nu op een kruispunt: moet hij wachten tot kolencentrales steeds onrendabeler worden en als vanzelf een voor een sluiten? Of moet hij ongeveer twee miljard euro investeren in het nu versneld sluiten van de resterende Nederlandse kolencentrales, zodat hij nog in de buurt van het Urgenda-vonnis komt? De komende maanden zal dit de belangrijkste vraag zijn als het gaat om de vermindering van de Nederlandse CO2-uitstoot.

‘We zitten al in de blessuretijd.’ Kornelis Blok is hoogleraar energiesysteemanalyse aan de TU Delft. Volgens hem moet minister Wiebes zo snel mogelijk ingrijpen. ‘We hebben het al zo ver laten komen dat we in deze eeuw heel veel CO2 uit de atmosfeer moeten halen. Simpel gezegd: elke ton CO2 die je nu in de atmosfeer stopt, hoef je er straks niet uit te halen met dure technieken.’ Vervroegde sluiting is bovendien een haalbaar scenario, blijkt uit een rapport van onderzoeksinstituut CE Delft. Nederland heeft genoeg capaciteit om met schonere alternatieven het verlies van de kolencentrales op te vangen. De vraag is volgens Blok ook niet óf het einde van kolen vervroegd moet gebeuren, maar hóe.

Voor de hand liggend is het volgens Blok als minister Wiebes de centrales direct sluit. De overheid hoeft dan niet de geplande 1,2 miljard euro aan subsidie voor bijstook van biomassa te betalen, maar zou de energiebedrijven alleen twee miljard euro aan misgelopen winsten schuldig zijn.In 2016 werden in Nederland in korte tijd nog drie hyper­moderne kolencentrales geopend. Maar: ‘clean coal’ bestaat niet

Een andere manier is het nog zwaarder belasten van kolen via een kolentaks en het emissiesysteem. Omdat het de meest CO2-intensieve vorm is van energie opwekken, zouden kolen met een verhoogde belasting nóg onrendabeler worden. ‘Maar dat gaat op Europees niveau en kan nog lang duren’, zegt Blok. ‘Je kunt ook zeggen: consumenten mogen geen stroom uit kolencentrales kopen. Daarmee dwing je de producent om naar een andere brandstof over te schakelen én voorkom je dat kolenstroom uit het buitenland wordt geïmporteerd.’

Wim Turkenburg, emeritus hoogleraar wetenschap, technologie en maatschappij aan de Universiteit Utrecht, vindt de sluiting van de kolencentrales echter overbodig. ‘Dat doet de economie al met hoge kolen- en emissieprijzen, met als logisch gevolg dat kolen niet worden verstookt omdat er goedkopere alternatieven zijn.’

Niet direct ingrijpen dus. Maar daarmee worden de Urgenda-doelstellingen eind 2020 niet gehaald. ‘Daar lig ik niet meer zo van wakker’, zegt Turkenburg. Hij verwijst naar een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving waaruit blijkt dat Nederland in het ergste scenario slechts zeventien procent minder CO2 uitstoot, en in het beste geval 23 procent. ‘Dan kom je maar een paar jaar later. Het streven is 49 procent minder uitstoot in 2030. Daarvoor moeten we wel wat tandjes bij zetten.’

‘Wetenschappelijk heeft Turkenburg misschien wel gelijk’, reageert Han Slootweg, hoogleraar slimme energiesystemen aan de Technische Universiteit Eindhoven. Tegelijkertijd kent de benadering van Turkenburg een risico. ‘De maatschappij en de politiek moeten stappen zetten, en nuanceringen als “het gaat maar om een paar procent” werken verlammend voor de energietransitie. We moeten er vol voor gaan.’

Voor 2024 wordt de installatie leeggehaald en de kolencentrale Hemweg-8 met de grond gelijkgemaakt© Henk Wildschut

‘Pas op, het is een beetje warm!’ Directeur Ruud Snelderwaard opent met een grijns het luik van de intens geel fonkelende verbrandingsketel van de Hemweg-8. Het is één maand voor de sluiting en in de ketel is het 1200 graden Celsius. Hier wordt genoeg stroom opgewekt voor heel Amsterdam: in één seconde verbrandt zestig kilo steenkool.

Gigantische schepen brengen de kolen vanuit Rusland, de VS en Colombia naar overslagbedrijf OBA, de buurman van de Hemweg. Een honderden meters lange transportband loodst de kolen naar verbranding. Het icoon van de centrale is de schoorsteen die naast CO2 en fijnstof vooral waterdamp de lucht in pompt. Op de Hemweg zijn ze trots op hun filterinstallaties: een groot deel van de fijnstof, zwavel en stikstof wordt weggezogen voordat het in de atmosfeer belandt.

Tot voor kort gingen beleidsmakers ervan uit dat relatief schone kolencentrales onderdeel van de energiemix zouden blijven. In 2016 werden er in Nederland in korte tijd nog drie hypermoderne kolencentrales geopend; twee op de Maasvlakte en een in de provincie Groningen. Met ’s werelds modernste filtersystemen en een hoge omzettingsgraad van kolen naar stroom. En hoe hoger het rendement, des te minder de centrales uitstoten. Toch wordt er, nog geen jaar na de opening van de centrales, in de Tweede Kamer gediscussieerd over hun sluiting: ‘clean coal’ bestaat immers niet. ‘Dit zijn de schoonste kolencentrales van Europa’ was het tegenargument van EZ-minister Henk Kamp (VVD) begin 2017. ‘We zouden gek zijn als we die dicht doen.’

Volgens het rapport van CE Delft zou Nederland de met kolen opgewekte stroom zonder problemen kunnen vervangen met gas, maar minister Wiebes zette daar afgelopen juni zijn vraagtekens bij. Zo zou vijftig procent van de stroom die wegvalt geïmporteerd moeten worden uit Duitsland.

‘Dat kan stroom zijn uit een Duits windpark, of een bruinkoolcentrale. Het hangt maar af van de prijs op dat moment’, zegt hoogleraar Blok. ‘Het is moeilijk om in te schatten of we stroom moeten importeren als we de kolencentrales sluiten en zo ja, hoeveel. Maar het is beter dan de kolencentrales openhouden. Kolen zijn niet meer van deze tijd.’Het plan om biomassa te verbranden is ook niet goed voor het milieu: er komt veel CO2 en fijnstof vrij

‘The Dutch Coal Mistake’, kopt het Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA) nadat de kolencentrales zijn geopend. De kans dat de investeringen zich uitbetalen in een markt die naar duurzame energie beweegt, is klein. De waarde van de drie kolencentrales is tijdens de bouwjaren gehalveerd en het IEEFA voorspelde al in 2016 een gure toekomst voor eigenaren RWE, Engie en Uniper.

Dat beeld is nu realiteit. Een financiële meevaller voor de energiebedrijven is dan wel de subsidie voor bijstook van hout: honderden miljoenen euro’s per centrale. Het plan is om tot 2030 steeds minder kolen en steeds meer biomassa te verbranden. Erg goed voor het milieu is het niet: bossen die juist nodig zijn voor CO2-opname worden gekapt en bij de verbranding komt veel CO2 en fijnstof vrij. Ook duurt het decennia voordat de bomen die ter compensatie worden geplant de uitgestoten hoeveelheid CO2 opnemen.

Toch ligt volgens emeritus hoogleraar Wim Turkenburg, voorstander van biomassaverbranding, juist hier een oplossing voor schone energie in de toekomst. ‘Al sluit je de kolencentrales, je hoeft ze niet geheel af te breken. We kunnen ze later gebruiken voor de stook van biomassa en het afvangen en vastleggen van CO2 ondergronds. Deze techniek is tot nu toe nog onrendabel, maar zal misschien hard nodig zijn.’

Dat is toekomstmuziek. Het einde van kolen betekent dat Nederland zijn energie ergens anders vandaan moet halen. Met de helft minder CO2-uitstoot en één tiende aan uitgestoten fijnstof zijn gascentrales een schoner alternatief dan hun op kolen draaiende broertje. Maar belangrijker nog: het is naast kolen de enige betrouwbare energiebron die Nederland op dit moment kent. Als het niet waait op de Noordzee en zonnestralen de met zonnepanelen bedekte daken niet bereiken, moeten gascentrales het gat tussen vraag en aanbod dichten.

Veiligheidshelm op, oordoppen in. De deur gaat open en onthult een groene metalen doos. Daarin zit het hart van de Rotterdamse RoCa-gascentrale: de met aardgas aangestuurde turbine die sinds 1983 stroom opwekt voor het landelijke net. De vloer trilt, en zonder de stalen omhulzing van deze vijftien meter lange dynamo zou het geschreeuw van Uniper-woordvoerder Michel Groeneveld vergeefs zijn: ‘Hij draait nu op halve capaciteit. Eén signaal van netbeheerder Tennet en we schalen op.’

Het maakt niet uit op welke verdieping je op de roostervloer loopt; aan het labyrint van buizen en leidingen ontkom je niet. Gele, extra dikke leidingen voorzien de turbine met aardgas uit Groningen, dat over een paar jaar vervangen wordt door een buitenlandse variant. Op de begane grond verlaat de opgewekte stroom via kabels van een halve meter dik de centrale.

En dat in steeds grotere hoeveelheden. Afgelopen jaar daalde het gebruik van steenkool voor de stroomproductie met dertig procent, en werd het grotendeels vervangen door aardgas – de verbranding daarvan is de afgelopen jaren steeds goedkoper geworden.

‘Het aanbod en de vraag van stroom moeten altijd in balans zijn’, zegt Groeneveld in de controlekamer, waar twee operators een rij schermen in de gaten houden. Als op een hete zomerdag de airco’s in Nederland massaal aan gaan, zorgen zij dat de turbine harder draait. Een gascentrale kan sneller fluctuaties opvangen als de vraag hoog is en het niet waait of de zon niet schijnt. Een afgekoelde Hemweg-8 doet er 24 uur over om op gang te komen, de RoCa anderhalf uur en moderne gascentrales zoals die in Leiden en Den Haag hebben slechts een kwartier nodig. Ruimte voor opschaling is er genoeg: de stoomturbine van de RoCa haalde afgelopen jaar pas 3500 van de 6800 draaiuren.

Nu kan het energienet het verdwijnen van kolencentrales nog aan. Gascentrales in Nederland worden uit de mottenballen gehaald, zoals de Clauscentrale van RWE bij Roermond. Maar die gaat voor België stroom produceren, waar nu al een gebrek is aan betrouwbaar vermogen door kerncentrales die vaak buiten dienst zijn en gaan sluiten. Op piekmomenten dreigen daar hele regio’s tijdelijk zonder stroom te zitten. Groeneveld vreest in de toekomst eenzelfde scenario voor Nederland. ‘De vraag voor burgers is: hebben we op 28 november 2028 om drie uur ’s middags nog steeds voldoende stroomaanbod? Dat is een vraagstuk dat de komende tijd steeds interessanter wordt.’

Door de Hemweg-8 werd genoeg stroom opgewekt voor heel Amsterdam: in één seconde verbrandde zestig kilo steenkool© Henk Wildschut

Elektrische auto’s mogen nu onbeperkt laden in de avonduren. In de toekomst levert dat problemen op voor het net

‘Aardgas is een aardige vervanger van kolen’, zegt hoogleraar Han Slootweg. ‘Maar de echte oplossing is meer duurzame energie. Het einde van kolen moet gepaard gaan met opschaling van een goede vervanger.’ Op het terrein van de Hemweg-8 glinsteren rijen zonnepanelen; maar liefst 6440 in totaal. Een ontnuchterend feit: als de zon al schijnt, produceren de panelen net zoveel elektriciteit in één jaar als de kolen Hemweg-8 in een paar uur.

‘In één generatie fossielvrij’, luidt de slogan van Vattenfall, zoals te zien in tv-reclames. Wim Turkenburg gelooft daar niet in. ‘Daar zijn simpele rekensommetjes over gedaan. Als wij naar honderd gigawatt windenergie gaan in 2050 – een enorme prestatie, want het huidige streven is zeventig gigawatt – én zonnepanelen bouwen op een oppervlak zo groot als Utrecht, goed voor nog eens honderd gigawatt, dan dekken we misschien zo’n zestig à zeventig procent van de totale energievraag. En dan is betrouwbaarheid ook nog een kwestie: uit meteorologische data blijkt dat het weleens tien dagen niet kan waaien op de Noordzee. Dan heb je een probleem.’

Oplossingen ziet Turkenburg nog steeds in de vorm van fossiele energie, gecombineerd met het afvangen van CO2 dat bedrijven kunnen gebruiken, bijvoorbeeld voor het verbouwen van gewassen in kassen. In de RoCa-centrale is een zogenoemde rookgascompressor daarvoor bestemd, maar deze is al jaren buiten gebruik omdat het afvangen en verkopen van CO2 een onrendabele praktijk is. In de toekomst zullen er subsidies voor nodig zijn.

Ook moet Nederland meer koppelingen met het buitenland maken zodat er makkelijker stroom geïmporteerd kan worden, vertelt Turkenburg. Daarbij is nog wel de vraag of de geïmporteerde energie uit een vervuilende kolencentrale komt of een ‘schoon’ windmolenpark. ‘En dan heb je ook de discussie: moet je nog aan kernenergie denken? Rendabel zal het niet zijn, maar je moet aan al die opties denken naast hernieuwbare energie. ‘Ik geloof zelf niet in de mantra “binnen dertig jaar zijn we van fossiel af”.’

Het begon met mooie voornemens, de plannen van voetbalclub Nieuw Buinen uit het gelijknamige dorp in Drenthe. De vereniging zette eind 2018 57.000 euro opzij voor zonnepanelen op het dak van de kantine. Toen kwam netbeheerder Enexis met slecht nieuws: er is niet genoeg capaciteit op het net voor de zonneparken in Noord-Drenthe en Zuid-Groningen. De voetbalclub is een van de tientallen bedrijven en particulieren die last hebben van deze capaciteitsschaarste.

Nu gaat het hier om regionale problemen – het elektriciteitsnet in het noorden is minder ontwikkeld dan in het zuidoosten van Nederland – maar met de komst van miljoenen elektrische auto’s, warmtepompen en airco’s wordt het elektriciteitsnet van de toekomst alleen maar zwaarder belast. Tegelijkertijd lopen de wachtlijsten voor zonne- en windparken op.

Hoogleraar Slootweg pleitte eind vorig jaar in de Tweede Kamer voor een uitbreiding van het energienet. Maar, zo stelt de directeur vermogensbeheer bij Enexis, dit vergt wel een frisse visie van de overheid. Vergroting van netcapaciteit gebeurde tot nu toe in dichtbevolkte gebieden waar de vraag naar energie hoog is, terwijl het juist de dunbevolkte gebieden zijn waar plek is voor zonne- en windparken.

Tussen de tekentafel en de bouw van een windpark zit zo’n vijf jaar, net zo lang als Enexis nodig heeft om het net uit te breiden. Het probleem is dat zonneparken sneller gebouwd worden dan netbeheerders aankunnen; zo belanden volledig uitgewerkte bouwplannen voor zonneparken in een lange wachtrij. De overheid en netbeheerders hebben nog geen overzicht van welke plannen nu wél mogelijk zijn en hoeveel uitbreiding van het net vereist is. De Regionale Energiestrategieën die na het Klimaatakkoord in het leven zijn geroepen om in elke provincie de energietransitie te ondersteunen, kunnen dit het beste in kaart brengen, stelt Slootweg.

Kleinschalige zonneparken van minder dan tien hectare – zoals die van voetbalclub Nieuw Buinen – moeten vaak vijf tot tien jaar wachten voordat ze op het net mogen. Grotere projecten van honderd of meer hectare mogen dan weer tussen twee en drie jaar op het net. ‘Volstrekt onnavolgbaar’, zei Slootweg in de Tweede Kamer.

Het gebrek aan een energiestrategie ziet hij niet alleen bij vergunningen voor duurzame energieparken. Nu mogen elektrische auto’s onbeperkt laden in de avonduren. In de toekomst levert dat problemen op voor het net. ‘Doe dat een paar uur later in de nacht, als er meer dan genoeg capaciteit is’, vertelt Slootweg aan de telefoon. Hij voorziet dat Nederland in de toekomst een ‘slim energienet’ heeft, dat automatisch energietekorten opvult. ‘Als er ’s nachts honderdduizenden auto’s aan laadpalen zijn aangesloten kun je daar ook weer energie uit trekken.’

Het vroegtijdig sluiten van kolencentrales ziet Slootweg als een stap in de goede richting, maar alleen als het onderdeel is van een breder duurzaam regeringsbeleid. ‘We stoppen met kolencentrales, maar zitten tegelijkertijd met een zonnepanelen-verstopping. Er is vijf jaar nodig om het net uit te breiden en ik zie vooral eenzijdige, ondoordachte plannen. Ik mis een complete visie.’

‘Je bouwt een huis, ontfermt je erover en opeens moet je het afbreken.’ Als de schoorsteen niet meer rookt en onderhoudsmanager Ruud van der Star deze woorden uitspreekt, nemen de werknemers van de Hemweg in de controlekamer buiten het oog van de pers afscheid van hun werkplek. Het zijn er zo’n tweehonderd en de meesten zijn aan een nieuwe baan geholpen, binnen of buiten Vattenfall, het moederbedrijf van Nuon. Enkelen gaan met vervroegd pensioen. Dat lukt mede dankzij overheidsgeld: Vattenfall krijgt een extra vergoeding bovenop de 52,5 miljoen euro ter compensatie voor de vervroegde sluiting.

Nu is de locatie nog een symbool voor de fossiele economie, maar als in 2024 alle gebouwen tegen de grond zijn gewerkt start op de Hemweg fossielvrije energieproductie. De kolencentrale maakt plaats voor zonnepanelen, windturbines en een installatie die groen waterstof omzet naar stroom. Voor de lucht- en scheepvaart worden duurzame varianten van gas en kerosine geproduceerd. Grote accu’s zorgen voor broodnodige energieopslag in de toekomst.

Mooie plannen, maar de zonnepanelen en windmolens leveren slechts een fractie van de energie vergeleken met een kolencentrale. Waterstof is nu nog twee tot drie keer zo duur als gas. Als de directeur Warmte Nederland van Vattenfall, Alexander van Ofwegen, hier tijdens een presentatie mee wordt geconfronteerd reageert hij hoopvol. ‘Vijftien jaar geleden zei ook iedereen dat windenergie niet rendabel zou zijn, nu is het goedkoper dan fossiele energie. De komende decennia gaan we opschalen met duurzame energie. Dit is geen symboolpolitiek, maar de start van een fossielvrij tijdperk.’

Verder Bericht

Vorige Bericht

© 2024 Zoran Bogdanović

Thema door Anders Norén